Kan dat eigenlijk wel? 150% geven, in alles wat je doet? Ik dacht het niet, persoonlijk. Lees over wat het betekent, waarom het niet kan, en wat er gebeurt als je het toch doet. En hoe je dat oplost.
Alles geven
Een hoogsensitieve cliënt zegt tegen mij (ze is bij mij om meer rust in haar hoofd te krijgen): “ik wil 150% geven!”
Ik kijk haar aan en zeg: “jammer dat jij “maar” 100% bent …”
Verrast kijkt ze me aan, daar moet ze eens over nadenken.
Maar ik hoor het vaker. “Ik ga er 150% voor!” , of soortgelijke zinnen.
Dat is toch raar eigenlijk, dat we in ons taalgebruik elkaar en onszelf opjagen, om meer te geven dan we hebben? Of vind je het heel normaal misschien, en zeg je het zelf ook?
“Ja, je moet wel alles geven wat je hebt, want anders wordt het nooit wat!”
Voor mij is het eigenlijk net alsof je zegt: ”ik krijg 1000 euro per maand binnen en ik ga echt knallen, ik ga 1500 euro uitgeven!”
Wow! Wat een kanjer!
Maar ho even, waar komt die extra 500 euro dan vandaan?
Spaarrekening misschien, maar die is op een bepaald moment echt wel leeg.
Lenen, dan – maar dan moet je ook nog rente betalen. Dus nee, dat zul je niet zo gauw doen.
En iemand die zegt dat je veel meer uit kunt geven dan er binnen komt, zul je toch wel een beetje dom vinden, om het netjes te houden.
Waarom oh waarom doen we dat dan wel met onze energie?
Waarom proppen we steeds meer bezigheden, werk, uitgaan, sporten, opleidingen, hobbies en ook nog partner en kinderen en familie in onze tijd? (o ja, en mantelzorg, als het een beetje tegen zit).
En waarom vinden we onszelf ook nog kanjers als het allemaal lukt?
Beetje te herkenbaar …
Ik ook, hoor, trouwens (oeps!). Als ik zo aan het opschrijven ben wat ik over dit onderwerp bedacht heb, zie ik dat ik het zelf ook doe.
Komt er een weekend aan, dan denk ik: oh, dan kan ik in de tuin werken, en een eind gaan fietsen, en even boven wat opruimen, en een uurtje weven … Geen tijd meer over voor gewoon even niks, op m’n gemak op de bank zitten en lezen, uitrusten, dutje doen.
Maf hè?
Of herken je dat?
Het resultaat van al dat bezig zijn en meer geven dan je hebt, is een continue toevoer van adrenaline, want anders houd je het niet vol. En dus roofbouw op je energie.
Dijkbewaking
Stel je voor dat je een dijk hebt die jou beschermt tegen overstroomd worden door teveel energieslurpende bezigheden. En die dijk kalft steeds wat af, dus je moet er steeds wat zand bij doen. En de stroom blijft maar doorgaan, wordt misschien zelfs sterker en hoger, en de dijk wordt steeds zwakker. En je blijft maar bezig met die dijk versterken. Alleen zijn je voorraden zand op een bepaald moment op, en ze worden niet aangevuld. Want daarvoor is rust nodig, niets doen. Juist voor HSP’s is dit zo belangrijk, omdat er sowieso al meer prikkels binnen komen, en je dieper doordenkt over alles wat je opmerkt. En vaak ben je ook nog sterk gericht op de omgeving, wat die van jou nodig heeft (of lijkt te hebben!).
Dit kunnen sommige mensen heel lang volhouden. Gewoon wat minder slapen, achter je bureau je lunch opeten, alle vergaderingen tijdens het eten doen, ’s avonds om 10 uur nog was opvouwen terwijl je doodmoe bent en om 6 uur weer op moet staan (wat ik een tijd gedaan heb toen ik kleine kinderen had en vier dagen in de week werkte op een uur reizen van huis).
En toch breekt de dijk echt een keertje door.
Wat er dan met jou gebeurt: misschien een burn-out, of overspannen worden, ziek worden, alleen nog maar willen slapen, of depressief worden, “niks meer kunnen”, of nog iets anders dat er voor zorgt dat je stil staat.
Je snapt ‘m natuurlijk allang: het advies is dus toch om het (al veel eerder!) rustiger aan te doen. Keuzes te maken in wat je wel en niet doet, keuzes die jij vrijwillig vanuit jouzelf maakt. Niet gestuurd door je lichaam dat er mee op houdt, of door je hoofd dat niet meer stil te krijgen is. En het liefste doe je dit natuurlijk voordat de dijk breekt!
Je kunt merken dat je dijk aan het verzwakken is, als je jezelf regelmatig hoort zeggen: “ik ben moe”, na een redelijk gewone dag werk. Of als je kribbiger bent dan normaal, of vergeetachtig wordt en denkt : “hé, hoe kan ik dat nou vergeten?”. Het gevoel dat je een last met je meedraagt, of dat het je toch teveel is. Dit zijn noodsignalen, waar je op kunt letten.
In een liedje van Marillion noemen ze het: “the cracks are already beginning to show”. Welke “cracks” herken jij bij jezelf?
Kiezen voor jezelf!
Maar hoe doe je dat dan, die keuzes maken? Misschien heb je al een manier voor gevonden die goed werkt voor jou. Dat is fijn, dan heb je al een hoop geleerd waarschijnlijk!
Wat bij mij in elk geval heel fijn werkt, is: stilstaan bij wat ik werkelijk belangrijk vind in mijn leven (bijvoorbeeld tijd aan geliefden besteden), wat in elk geval gedaan moet worden (eten koken, is er zo eentje), en wat ik ontzettend graag wil. Dat doe je door er tijd voor te nemen (oh nee hè, nog iets dat ik “moet” doen!!) – even te stoppen, te zitten, je adem op te merken, je gedachten, en je gevoelens. Vervolgens voel je heel zuiver van binnen bij jezelf wat jouw antwoorden op deze vragen zijn:
- Wat vind je echt belangrijk in jouw leven?
- Wat moet er in elk geval gebeuren?
- Wat wil je ontzettend graag?
Als dat nog steeds teveel dingen oplevert, zul je andere oplossingen moeten vinden. Delegeren, uitbesteden, lat minder hoog leggen, accepteren dat sommige dingen niet gebeuren of pas later of op een andere manier, en vul zelf maar in.
Soms helpt het ook om wat struisvogelgedrag te vertonen ….
O ja, een ander helpend inzicht: “niet alles is noodzakelijk, niet alles is nu nodig”. En nog een bonusinzicht:
- Je hoeft niet alles alleen te doen
- Je hoeft niet alles zelf te doen
Als je zo voor jezelf kunt zorgen, zul je merken dat die ‘cracks’ veranderen in de “cracks where the light gets in”, uit een ander liedje (van Leonard Cohen): het licht van inzicht en helderheid over wie je werkelijk bent.