Heerlijk hè, dat zomerse weer dat we hebben gehad! Lekker buiten zitten werken, zwaluwen hoog boven mij in de lucht aan het zingen – piepen of tsjilpen is het meer, maar goed. Het klinkt zo vrolijk, zomers.
Altijd als ik zwaluwen zie, word ik blij: hoe ze vliegen boven de weilanden en slootjes, zo snel en wendbaar, het heeft voor mij iets vrolijks en levendigs.
Het voelt ook alsof ze me even komen begroeten als ik in de polder aan het fietsen ben, dan vliegen ze een stukje mee, dan weer zijn ze plotseling weg. Onvoorspelbaar, vrij, beweeglijk.
Wat zegt dat over mij dat ik ze zo leuk en aantrekkelijk vind?
Het voelt alsof ik zelf ook wel zo levendig en beweeglijk wil zijn. Natuurlijk weet ik wel dat de zwaluwen zo vliegen omdat ze op insectenjacht zijn, en dat ze zich nauwelijks bewust zijn van mij als ik daar zo fiets. Het is puur overleven wat ze aan het doen zijn.
En toch roept het die behoefte aan levendigheid en beweeglijkheid in mij op. Een soort herkenning: ik vind het bijvoorbeeld fijn om over de dag verdeeld verschillende dingen te kunnen doen.
Dat is dus wat het bekijken van die zwaluwen hoog in de lucht bij mij teweeg brengt, een herkenning die me vertelt hoe ik optimaal werk en leef. Ik voel me ook verbonden met de zwaluwen, net als met de andere vogels, dieren, planten, bomen, wat er allemaal groeit en leeft buiten. Een heerlijk gevoel, eigenlijk!
Hoe is dat bij jou? Heb jij een bepaald dier (vogel, vis, insect, reptiel) dat je altijd heel erg leuk vindt? Wat is het dan wat jou aantrekt in dat dier? Of misschien heb jij het juist met een bepaalde boom, een plant, een ander levend organisme. Wat zegt dat over jou zelf, over wat je fijn vindt, over wat je graag zou willen? Hoe pas je die kennis over jezelf toe in je dagelijkse leven?