Helder en Intens Coaching

Leert je anders kijken naar hoogsensitiviteit

De kelder is helder verlicht, een paar treedjes naar beneden uit de gang waar ik binnen kwam. Vol met zakken wol, zo van het schaap, de geur ervan doet me denken aan een weide met schapen – ik vind het een heel huiselijke geur, vreemd genoeg. De leraar nodigt me uit om achter een spinnenwiel te gaan zitten, en legt een aantal dingen uit. Dan geeft hij me wat voorbereide wol, laat zien hoe het spinnen werkt, en zegt: ga je gang. Hij geeft gaandeweg wat tips, en na een tijdje begin ik het een beetje te pakken te krijgen. Al trappend op het pedaal trek ik zachtjes de wol uit de voorraad in mijn handen, en laat haar al draaiend wegglippen naar de spoel. De wol voelt heerlijk zacht aan, en een beetje vettig, ze is nog niet gewassen. Dat helpt ook, dan plakt het beter. De spoel wordt steeds voller, het is best een dikke draad die ontstaat, in een mooie bruine kleur. De leraar kijkt er even naar, en zegt dan: “Die draad die jij nu spint, bestaat helemaal nergens anders, die is uniek voor dit moment. Zo’n draadje heeft ook niet eerder bestaan, en zal hierna ook nooit bestaan. Omdat de wol uniek is per deeltje, en hoe jij spint is ook uniek voor dit moment en voor jou. Elk detail telt hierin.”

“Ga je wol spinnen, en geef de draad aan de wereld”, dit hoorde ik eens in een droom. “Ik ontwar de wol en ben de draad aan het spinnen”, een zin in een prachtige ceremonie waar ik aan deelnam.

Sinds ruim een jaar ben ik aan het spinnen – in het echt, met wol, op een spinnenwiel. De schapenwol bestaat uit allemaal vezeltjes, een soort haartjes, sommige langer en sommige wat korter. Door het trappen van mijn voet draait het wiel rond. Die draaiing wordt overgebracht op een spoel, waar de draad op gerold wordt. En de draad kan ik weer gebruiken – voor breien of weven, of voor iets heel anders.

De draad spinnen

Ik spin een draad, “I spin a yarn” – in het Engels betekent het ook “ik vertel een verhaal”. En het verhaal dat ik nu wil vertellen, gaat een beetje over wol spinnen, en over de Aarde, en over jou en mij.

Een artikel in de krant een tijd geleden: over de klimaatcrisis, en of individuele acties wel tellen. Je kunt als individueel mens niet zoveel, lijkt het, maar wel kun je kleine dingen doen, zoals andere keuzes maken in de supermarkt – heeft dat wel invloed voor het klimaat en dus zin om te doen?

Levensweb

Stel je dan voor dat de Aarde een organisme is, een bewust iets – heel anders dan wijzelf natuurlijk, maar toch op een of andere manier bewust. Telt het dan voor haar als er één mier of grasspriet of mens dood gaat? Ik dacht lang van niet. Voor de Aarde telt, dacht ik, alleen de soort. Het is van belang voor de Aarde dat de soorten overleven, want allemaal samen vormen we (alles wat leeft in en op en boven de Aarde) een groot web van wederzijdse afhankelijkheid. Als daar gaten in gaan vallen, door het verlies van bepaalde soorten, kunnen de andere soorten ook niet goed overleven. De verbindingen vallen dan weg, die van belang zijn voor het overleven van die soorten.

Maar al spinnend, werd het me duidelijk dat elk vezeltje in die draad telt. Wanneer je die bruine wol aan het spinnen bent, zou het al verschil maken of je veel of weinig wol geeft. En of je snel of langzaam trapt op het pedaal. Veel = een dikke draad, weinig = een dunne draad. Snel het wiel laten draaien = een stevigere en wat hardere draad, langzaam draaien = een zachtere en zwakkere draad. En stel je voor dat je in dat bruin een klein beetje geel toevoegt, of roze: dat ga je heel goed zien! Zo telt elk vezeltje in die draad mee, en elke handeling, steeds weer.

Elk vezeltje telt, elk mens telt

Zo zag ik ook een tijd geleden dat ieder mens uniek is – iedereen heeft een heel specifieke plek in het grote web, iets unieks te doen en te geven en te leren. Dat geldt net zo goed voor elke mier, grasspriet, leeuw, merel, waterdruppel, sneeuwvlok, enzovoort. En in dat beeld zou dat enorme organisme dat wij Aarde noemen, wel ‘verschillig’ zijn naar elk individu. Omdat ieder daarvan die eigen plek en rol heeft.*

Dit betekent voor mij ook dit: ik maak me grote zorgen om onze wereld, vanwege alle klimaatproblemen die er op ons af komen. En ik wil daar iets aan kunnen doen, zo zit ik in elkaar : is er een probleem, dan kijk ik ernaar en denk: wat kan ik doen. Mouwen omhoog, en aan de slag.

Het is niet veel – het blijven kleine dingen, ik ben maar één persoon. Maar het idee dat ik er niets aan kan doen, past ook niet bij mij, en het maakt me moedeloos. Dus wat kan ik doen? Eerst even terug naar wat mijn drijfveer dan is: zorgen dat er iets minder schade is aan de wereld met wat ik doe. Met wat ik koop, weggooi, gebruik, eet, drink, etc. En volledig bewust van hoe weinig invloed het zal hebben, die andere keuzes, is het toch van belang om dingen te veranderen in mijn leven. Als het maar een ietsiepietsie minibeetje verschil maakt, vind ik het de moeite waard. Daarmee houd je toch iets van hoop dat je enig verschil maakt.

Elke actie telt, elk detail telt.

Ook dat kleine beetje dat jij kan doen, bijvoorbeeld minder spullen in weggooiplastic kopen. Al is het maar dat je een opmerking maakt wanneer je ziet hoe ontiegelijk veel er in weggooiplastic zit op de groenteafdeling tegenwoordig. Voorverpakt, voorgesorteerd al, allerlei pakketten voor dit of dat gerecht, kunnen we niet zelf meer kiezen, denk ik dan? Ja, ik wil best wel die dingen die in zo’n pakket zitten, maar sommige dingen heb ik al. Een ui hoef ik niet apart, die koop ik toch wel – in een plastic netje, dat dan weer wel … tja, toch eens kijken of ik ze los kan kopen ergens en in een papieren zak doen. Dus nadenken over wat je doet – een kleine actie: wat kan ik doen, hoe kan ik het anders doen, en ondanks dat het zo’n kleine actie is, toch weten: elke plastic verpakking die je niet koopt, is er weer één minder.

En misschien gaan mensen om je heen er wel over nadenken als je het zegt of laat zien. In De Correspondent laatst ook een column over hoeveel mensen zich eigenlijk zorgen maken over klimaatverandering. Dat blijkt veel meer te zijn dan de meeste mensen denken. Ook de bereidheid om actie te ondernemen, blijkt veel groter te zijn dan de meeste mensen denken. En dat laatste blijkt een belangrijk onderdeel te zijn van beslissingen of je zelf iets verandert: als je denkt dat veel mensen bereid zijn te veranderen, zul je het zelf ook eerder doen. Maar als je denkt dat toch niemand het doet, waarom zou jij het dan nog doen?

Wat kan jij doen?

Daarom is het van belang om te praten over de andere keuzes die je maakt, en het te laten zien. Eén van de kleine acties die ik de laatste tijd doe – omdat het goed voelt – is plastic dat ergens in het gras ligt langs het wandelpad waar ik loop, oprapen. Een kleine moeite (even bukken), een prullenbak zoeken langs het pad, het erin doen, klaar. Of eerst even wat kauwen wegwuiven die aan het pikken zijn in een plastic zak – zo maken ze de zak kapot, denk ik als ik het zie, hij valt in kleine deeltjes uit elkaar, die in het water terechtkomen en uiteindelijk in vissen en dus in ons eten en in ons bloed ….

En als je nu denkt: “ach, het maakt toch geen bal uit wat ik doe, en het kan me toch niks schelen”, dat kan … Maar verandering komt er toch, hoe dan ook. Of die verandering nu heel groot en ingrijpend en moeilijk zal zijn of niet, ligt echt niet alleen maar aan het feit of ik nu vandaag iets in wegwerpplastic koop of niet. Als we er allemaal – of zoveel mogelijk in elk geval – wel iets aan doen, zal het waarschijnlijk wel een klein beetje verschil uitmaken. En daar doe ik het voor.

Dus daar wil ik je ook toe uitnodigen: laat je raken door wat er gebeurt om ons heen. Denk erover na: wat kan ik doen, welke stapjes kan ik nemen? Niet wachten tot de industrie of de regering het doet via regelgeving, belastingen, enzovoort. Hoe kan ik eraan bijdragen? Hoe kan ik elke keer er iets kleins aan toevoegen? Want zo kun je je gewoonten veranderen.

Dat kan lastig zijn, gewoonten kunnen hardnekkig zijn en moeilijk te veranderen. Maar dat lijkt een beetje op leren fietsen of autorijden, of een nieuwe hobby leren. In het begin is het oefenen, vergeten, weer denken ‘o ja, dit deed ik anders’, weer oefenen. En op een bepaald moment is het “het nieuwe normaal”, en heel gewoon.

Dus wat voor acties zou jij kunnen ondernemen? Waar wil je als eerste kleine stap mee beginnen?

En als je al dingen doet, gewoontes hebt veranderd, zou je dat willen delen, als inspiratie voor de andere lezers?

Waartoe wil je mij uitnodigen om eens te overdenken en te veranderen? Want ook ik ben beperkt in m’n ideeën en acties waar ik nu mee bezig ben. Dus nieuwe ideeën zijn altijd welkom!

*In het blog Een klein deel in een groot geheel lees je ook over dat Levensweb, en wat er gebeurt als er gaten in vallen.