In het ongebreidelde hoofd van een gemiddelde HSP is er voortdurend een soort pingpongwedstrijd bezig, die je onder controle probeert te houden. Hieronder laat ik je een manier zien om het wat rustiger te krijgen van binnen, en er niet meer aan mee te doen. Dan heb je energie vrij voor leukere dingen!
Stel je dit eens voor:
Je bent een pingpongwedstrijdje aan het spelen. In een dichte kamer, geen ramen, de deur is dicht. Met 6 andere mensen. En jullie hebben elk een balletje. Jullie gebruiken de muren, vloer en het plafond en iedereen moet voortdurend elk balletje terug slaan.
Heb je dat? Hoe is dat, als je je dat voorstelt? De bewegingen, de geluiden, de witte balletjes die overal vandaan komen, heen en weer rennen, niet tegen elkaar aan botsen …
Klinkt van de gekke, hè?
Al die balletjes …
Maar in ons hoofd gebeurt het ook. Luister maar hoe dat bij mij soms klinkt, als ik er bewust naar luister:
“Onthoud je die kleur die je zo mooi vond, wat zei de buurman ook weer over hun vakantie, spreek nog even af dat je man de eieren haalt, hebben we nog spek, wanneer is zij ook weer jarig, hoe ging dat liedje ook weer, heb ik nog verjaardagskaarten, eerst even strijken, o ja m’n moeder bellen, verrek gaat de telefoon daar heb ik nu geen tijd voor, oh ik zou haar nog bellen, ruik ik nou eten bij de buren, shit is het al zo laat?”.
En dat kan de hele dag zo’n beetje doorgaan, als ik me niet aan het concentreren ben op iets anders. Zelfs dan, ergens op de achtergrond, lijkt het nog wel te gebeuren. Dan ben ik facturen aan het maken (ik noem maar een zijstraat), en plopt er opeens iets in mijn gedachten: “o ja, nog even m’n broer bellen over zaterdag, wat ze bij de lunch willen”. Totaal ongerelateerd aan wat ik aan het doen ben.
Het lijken soms ook wel van die dwarrelende blaadjes in de herfst … Ze liggen rustig in het gras, er komt een beetje wind, en hup, ze dwarrelen weer door de lucht.
Vooral bij HSP’s zoals jij en ik kan dit vaak heel levendig zijn. Sommigen zeggen zelfs: ik word gek van mezelf, kan dit niet uit?
Leuk toch?
Ergens vind ik het stiekem ook wel leuk, die afwisseling steeds. Een liedje, een mooie zin die opeens bij me op komt, oja ik had iets leuks bedacht om te schrijven – watwasdatookalweer. En ondertussen fiets ik langs de Rotte (een riviertje bij – ja werkelijk: – Rotterdam), en geniet ik ook van het fietsen, het water, de wind en de andere fietsers, de bomen, de wolken. Van het zitten op de fiets, hoe moeiteloos het gaat.
Het is wat mij betreft ook een kwaliteit: het herinnert je aan dingen die je zou doen, helpt je om creatief te zijn, het laat je verschillende invalshoeken zien, haalt informatie terug over een onderwerp waar je mee bezig gaat.
En dus ook goede ideeën, inspiratie, plotseling inzicht in iets waar je al een tijd mee rondloopt.
Het is teveel!!!
Eerste inzicht:
“Niet alles is belangrijk. Niet alles is nodig. En niet alles wat je denkt, is waar.”
Vraag blijft:
Hoe gaan we hier nou op een goeie manier mee om? Hoe houden we in de gaten wat echt nodig is?
Stappen die je kunt zetten
De allereerste stap is: observeren. Wat gebeurt er nou eigenlijk in die hersens van mij? Wat hoor ik allemaal voorbij komen? Daar zijn oefeningen voor, die je helpen om wat meer afstand te nemen van alles wat er in je opkomt. Dat kost natuurlijk tijd, inzet, dat snap je.
De volgende stap is een enorme open deur: opschrijven! Lijstjes maken, notities in je smartphone, inspreken in je spraak-recorder (en dan later uitwerken), met kleuren werken of op briefjes met verschillende kleuren – kortom: noteren, en sorteren. Wat moet onmiddellijk gebeuren, wat zijn taken voor wat later, wat zijn goeie ideeen voor als ik nog eens … , over welk onderwerp gaat deze briljante gedachte, waar leidt dit verhaaltje naartoe.
Vervolgens maak je keuzes: dit kan deze week, dat kan wel volgende week, dit moet echt vandaag! Inplannen in je agenda is dan natuurlijk handig.
Tweede inzicht:
Ik hoef het niet te onthouden want het staat ergens. Je neemt dus beslissingen over je gedachten: naar welke luister je wel, en naar welke niet (meer).
Dan wordt onze geest ook weer wat rustiger, omdat ze het gevoel heeft dat alles onder controle is. Ze zal nog wel roepen: vergeet je die verjaardagskaart niet? Maar dan kun jij terugroepen: staat op het boodschappenlijstje!