Helder en Intens Coaching

Leert je anders kijken naar hoogsensitiviteit

Herken je iets van het volgende?

  • doodmoe thuis komen van je werk ook al vind je het leuk
  • je vervelen op je werk ook al heb je meer dan zat te doen
  • het overzicht kwijt raken want er zijn teveel verschillende dingen
  • heel erg nerveus worden van je baas die steeds maar over je schouder mee kijkt en dan allemaal rare fouten maken
  • het liefst alleen in een ruimte zitten of met heel weinig mensen vanwege de herrie
  • heel vaak hoofdpijn hebben na een dag werken

Hoogsensitief en werken – een prima combinatie, als de omstandigheden goed zijn. Goed natuurlijk licht, een evenwichtige hoeveelheid afleiding, geluid, contact met anderen, een comfortabele werkplek, de juiste hoeveelheid zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, en het juiste werk. Ja, logisch, zul je denken, dat geldt toch voor iedereen … Dat klopt ook wel.

Alleen, hoogsensitieve mensen zijn sneller overvoerd door teveel details, afleiding, kunstlicht, herrie, langslopende collega’s, werkdruk, een verkeerd afgestelde stoel of bureau, enzovoort. En vooral belangrijk is het juiste werk. Daar wil ik het nu vooral over hebben.

Hoogsensitief en werken – hoe werkt dat (goed)?

Volgens Barrie Jaeger in het boek ‘Blijf je werk de baas voor hoog sensitieve personen’ is het van levensbelang voor HSP’s om het juiste werk te doen.

De schrijfster noemt drie soorten werk, die elk een eigen gezicht hebben – letterlijk: je gezicht gaat er naar staan als het ware. Stel je maar eens voor: je hebt een baantje dat je doet omdat je nu eenmaal geld moet verdienen. Je hebt moeite om uit bed te komen ’s morgens omdat je weet dat je dit werk moet doen, en je weet niet hoe gauw het weer weekend moet worden dat je eindelijk weer je eigen ding kunt doen. Voel je hoe dit is? Misschien heb je wel zo’n baantje.

Stel je dit eens heel levendig voor, of leef je in in hoe dat voelt voor jou. Word je dan bewust hoe je gezicht staat, of kijk in de spiegel. Wat zie je, wat voel je in je gezicht?

Niet blij, hè?

Barrie Jaeger noemt dit Sleur – en ze benoemt dat het dodelijk is voor HSP’s, nog meer dan voor minder sensitieve mensen. Een heel mooi voorbeeld en erg bekend, is Charlie Chaplin in Modern Times.

Het kan anders …

Een tweede vorm is Professionaliteit. Werk dat je goed kunt, dat je best leuk vindt, waar je je eigenlijk best wel oké bij voelt. Je krijgt er een redelijk inkomen van, hebt best wel een aardige hoeveelheid verantwoordelijkheid en autonomie, en kunt er je kwaliteiten vrij goed in kwijt. Alleen, het is net of er altijd iets ontbreekt. Het geeft je geen fantastische schittering in je ogen, je denkt er niet voortdurend aan wat je nog meer voor onwijs leuke dingen kunt doen, en je vraagt je af en toe wel eens af of dit nu alles is voor de rest van je leven.

Stel je dit maar eens voor: zo’n soort werkplek, met aardige collega’s, eigenlijk niet echt iets mis mee. Maak het zo levendig mogelijk, en voel dan weer eens hoe je gezicht aanvoelt, of kijk in de spiegel. Voel ook hoe je lijf zich gedraagt en hoe het aanvoelt.

Hoe is dat?

Gaat wel, hè? Niet naar of negatief, maar ook niet spetterend en stralend.

Een derde vorm is Roeping. Werk dat je nog zou doen als je er niet betaald voor wordt. Je wordt ’s morgens wakker, en denkt meteen: oh leuk, ik ga vandaag … doen! Wanneer iemand je vraagt om in een meditatie naar je hart te gaan, en te voelen wat jouw hart echt blij maakt, komt direct op: m’n werk. Je hebt steeds nieuwe ideeën, iedereen met wie je erover praat ziet onmiddellijk dat je hier blij van wordt, en je kunt echt je ei kwijt in het werk. Je hebt de verantwoordelijkheid en autonomie die je wilt, en de contacten die bij je passen.

Kun je je voorstellen hoe zoiets aanvoelt? Hoe is jouw gezicht en je lichaam als je je dit voorstelt?

Fijn hè?

Hoe kom je daar?

Vraag blijft natuurlijk: hoe kom je daar? Want dit soort werk geeft je energie, maakt je blij, houdt je levendig en optimistisch. In dit blog ga ik hier dieper op in.  Voor nu wil ik je vragen om eens te kijken in welk soort werk jij je bevindt, en wat je daarmee zou willen. Waar merk je aan in welke soort baan of werk je zit? Wat zijn de kenmerken van jouw werk? Hoe praat je over je werk?

Een ingang kan ook zijn, om ’s avonds met je aandacht bij jezelf te zijn, een kwartiertje of zo, net voor het slapen gaan. Voel maar eens hoe het met je energie gesteld is. En voel ook wat er gebeurt als je terugkijkt op je werkdag. Schrijf er kort iets over op, en lees dat na een week terug. Wat valt je op?